Gisteren plaatste mijn grootste fan Grace Bernardus deze foto op de Facebookpagina van Echte hockeyers douchen niet, – jazeker, die is er er ook.
Daar sta je dan ineens. Tussen Wim Kieft (onder), John de Wolf (boven), Fernando Ricksen (links) en Glenn Helder (rechts). Allemaal voetbalhelden die van hun voetstuk vielen. John de Wolf speelde vals met kaarten. Glenn Helder vergokte al zijn geld en belandde in de gevangenis. Fernando Ricksen zoop en neukte zich naar de afgrond, waarna hij ook nog werd getroffen door een dodelijke spierziekte. En Wim Kieft, zonder wie we in 1988 nooit het EK voetbal hadden gewonnen, blijkt al jarenlang te kampen met een cocaïneverslaving. De nieuwe hit in de boekwinkel zijn verhalen over gevallen voetbalhelden. Een lucratief genre, dat uit Engeland is komen overwaaien. Daar werden vergelijkbare boeken over George Best, Paul Gascoigne en Tony Adams megasellers.
Is Echte hockeyers douchen niet ook zo’n boek? Niet bepaald. Geen onthullingen over de bedgeheimen van Billy Bakker, of de nachtelijke escapades van oud-spelers als, pak ‘m beet, Bram Lomams, Jeroen Delmee en Erik Jazet. De ontwikkeling die de hockeywereld doormaakt was voor mij al interessant genoeg. Een wereld die in enorm beweging is, maar tegelijkertijd toch traditioneel blijft. Over de machinaties daarachter. Over sportieve hoogtepunten. Over mensen en hun ambities. En oké dan, ook met een vleugje seks. Daarover binnenkort meer op mijn blog.