Een jaar geleden vond het WK hockey plaats in Den Haag. Op de openingsdag werd mijn boek Echte hockeyers douchen niet gepresenteerd bij het stadion van ADO Den Haag.
Daarin beschrijf ik hoe de hockeysport een spectaculaire groei doormaakte en hoe de KNHB en beide nationale teams toewerkten naar het toernooi. Droomscenario: goud voor de vrouwen en goud voor de mannen.
Zoals verwacht wonnen de Nederlandse vrouwen goud. De mannen haalden de finale, maar werden daarin vernederd door Australië. Nederland verloor met 6-1. Dag sprookje.
Wat als de mannen ook hadden gewonnen? Was dan de hockeymania over heel Nederland uitgebroken? We zullen het nooit weten. Want wat als telt niet in de sport.
Bovendien begon nog voor het WK hockey was afgelopen, het WK voetbal in Brazilië, waar Oranje onder leiding van Louis van Gaal tegen alle verwachtingen derde werd. De aandacht voor Naomi van As, Ellen Hoog, Billy Bakker en Robbert Kemperman was in één klap verdwenen. Leve Arjen Robben, Robin van Persie en Wesley Sneijder!
Het was daarom een aangename verrassing dat ik een jaar na het WK ben genomineerd voor beste sportboek van het jaar. Daardoor krijgt mijn boek een tweede adem, een in de sport niet onbelangrijke kwaliteit. De winnaar word op 17 juni live bekendgemaakt in de uitzending bij Eva Jinek. Ik zie ernaar uit. En o ja, mijn boek is nog altijd te koop bij de boekhandels, Bruna, AKO en www.bol.com.
De genomineerden voor De Nico Scheepmaker Beker voor het beste sportboek van het jaar (in alfabetische volgorde) zijn:
Arthur van den Boogaard: Zo speelden wij (Atlas contact)
Michel van Egmond: Kieft (VI boeken)
Wiep Idzenga: Brigadier Kodak (De Muur)
Maarten Kolsloot: Strike out (De Kring)
Ricci Scheldwacht: Echte hockeyers douchen niet (Meulenhoff)